Over onze vrouwen praten we niet in de mannengroep. Dat valt tegen, hè? Wil je eens lekker los over waarmee zij jou allemaal lastigvalt, dan ben je bij ons aan het verkeerde adres. Moppen tappen doen we ook niet.
Het is best stereotypisch om te zeggen dat de vrouw meestal zanikt en dat de man vooral met rust gelaten wil worden. ‘Als ze mij missen, dan ben ik vissen’. Andersom gebeurt ook. Een man die zijn partner eindeloos uitlegt hoe iets werkt, bijvoorbeeld. Of vertelt waarom Ajax toch echt een betere voetbalclub dan Feijenoord is. Het oude beeld is dan dat zij zuchtend uitcheckt. Net zo stereotypisch.
Wat we wél doen in de mannengroep, is onderzoeken waarom iets ons steeds weer van de leg brengt. Een trainer heeft mij eens gezegd dat we onze vrouwen (of mannen) moeten bedanken voor het drukken op die pijnpunten. Zo maken zij immers psychologische en spirituele groei mogelijk. Klopt, maar op het moment zelf kan het donders zeer doen.
Vrouwen komen natuurlijk wel eens voorbij. De groep is ook een plek waar we aan een half woord van een man genoeg hebben om te voelen waar hij met een vrouw doorheen gaat. Of dat nou in een relatie is, als vader of op het werk. Maar let op, we trekken geen partij voor hem. Als het moet, dan spiegelen we elkaar. Daar komen de mannen immers voor.
Dat spiegelen doen we vanuit ons gevoel. Geen adviezen, geen ingewikkelde vragen. We geven alleen aan wat de inbreng van een man ons doet. ‘Je dropt hier het besluit om te scheiden en dat lijkt jou niet zo te raken. Daardoor ben ik geïrriteerd omdat het voelt alsof je iets achterhoudt.' Klinkt eenvoudig, maar is het niet.